Advocaat De Roestige Spijker maakt bezwaar tegen toedeling AD-zaak aan rechter Veling

22-07-2013

Advocaat Matthijs Kaaks van Stichting De Roestige Spijker heeft bezwaar gemaakt tegen de toedeling van de zaak Demmink/AD/De Roestige Spijker aan rechter mr. T. Veling. Deze is voorheen werkzaam is geweest bij advocatenkantoor Pels Rijcken Droogleever Fortuijn (de 'landsadvocaat') en heeft daar als advocaat veelvuldig namens onder meer het Ministerie van Justitie en ook voor Demmink zelf opgetreden. Ook als wetgevingsjurist bij het Ministerie van BZK zal Veling volgens Kaaks nauw met Justitie hebben samengewerkt. Kaaks geeft aan de integriteit van Veling niet in twijfel te willen trekken, maar noemt de toedeling aan deze rechter toch 'verontrustend': "De toedeling van juist deze zaak aan mr. Veling roept vragen op en kan de ongewenste schijn wekken dat een onpartijdige en onafhankelijke behandeling van de zaak niet is gewaarborgd."

"Reeds uitsluitend op grond van [de] nadrukkelijk gouvernementele achtergrond, zou bij partijen c.q. derden de schijn kunnen worden gewekt dat mr. Veling als behandelend rechter niet volledig onafhankelijk c.q. onpartijdig zal zijn. Louter die schijn is in een beladen zaak als deze zeer onverkwikkelijk," schrijft Kaaks in zijn brief.

In de zaak die oud-sg van Justitie Demmink en zijn advocaat Knijff tegen het AD hebben aangespannen naar aanleiding van de AD-publicaties van 4 oktober 2012, heeft - zoals eerder bericht- stichting De Roestige Spijker aangegeven zich in de procedure te willen voegen. Demmink heeft hiertegen bezwaar gemaakt waarna de rechtbank in Rotterdam de Stichting de gelegenheid heeft geboden een voeging in deze zaak te bepleiten. Direct werd De Roestige Spijker geconfronteerd met een onwaarschijnlijk langdurig buitenlandverblijf van Demmink's advocaat Knijff, die begin mei liet weten tot 5 juli in het buitenland te verblijven.

Inmiddels is het pleidooi ingeroosterd op 9 september 2013, maar de toedeling aan mr. Veling is voor Kaaks reden om de voorzitter van het bestuur van de Rechtbank Rotterdam, mw. mr. R.G. de Lange-Tegelaar, vragen te stellen over de toedeling van deze zaak aan de behandelend rechter, die "met de groots mogelijke zorgvuldigheid, transparantie en objectiviteit [dient] te geschieden."

De vragen die Kaaks stelt zijn:
1. Hoe is de zaakstoedeling in casu verlopen, en wie is verantwoordelijk voor de toedeling van de onderhavige zaak aan mr. Veling?
2. In hoeverre wijkt deze zaakstoedeling afvan het vaste systeem bij uw rechtbank?
3. Is de zaakstoedeling onderwerp van gesprek geweest, bijvoorbeeld met het gerechtsbestuur of met het team of afdeling waar mr. Veling deel van uitmaakt?
4. Kent u mr. Demmink persoonlijk? Idem voor wat betreft de overige twee leden van het gerechtsbestuur, de persoon die verantwoordelijk is voor de toedeling in casu, en mr. Veling zelf? Mocht u menen dat deze vraag door achterdocht is ingegeven, dan wil ik u wijzen op een recente beschikking van het Gerechtshof Den Haag d.d. 23 mei jl. (K12jü486), waarbij het hof een klacht tegen mr. Demmink niet in behandeling nam, op grond van de volgende overweging: " (... ) gelet op de omstandigheid voorts dat alle overige vaste leden in de huidige samenstelling van de beklagkamer van het gerechtshof Den Haag al dan niet beroepshalve beklaagde Demmink (persoonlijk) kennen".

‹‹ Naar het overzicht

Reageer


 

Laatste reacties

Volg de Demminkdoofpot via RSS

De laatste Demmink tweets