Ambassadeur reageert op verzoeken uit Amerikaans congres... alleen was hem niets gevraagd

Een opmerkelijke actie van de Nederlandse ambassadeur Bekink in Washington. Nadat Amerikaanse congresleden een brief hadden geschreven naar Christian Ehler, voorzitter van de Delegatie voor de betrekkingen met de Verenigde Staten van het Europees Parlement, stuurde hij uit naam van de Nederlandse regering een brief aan het congreslid Joseph Pitts om te melden dat Nederland zich niet kan vinden in de inhoud en het doel van de brief. De congresleden willen met hun brief bereiken dat er nu eens serieus onderzoek plaatsvindt naar de Demmink-affaire, en dat vindt men in Nederland blijkbaar geen goed idee. Op maandag 5 november hebben 2 leden van de CDA-fractie in de Tweede Kamer een 13-tal Kamervragen gesteld over deze brief, waarin een aantal beweringen worden gedaan die nauwelijks staande te houden zijn.

In de brief van Congresleden Joseph Pitts, Fank Wolf en Chris Smith d.d. 31 juli 2012, brengen zij een aantal zaken naar voren waar we in Nederland nauwelijks trots op kunnen zijn:

Zij zetten er publiekelijk vraagtekens bij of de Nederlandse justitie wel kan voldoen aan Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Europese Raad van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie. Als de beschuldigingen aan het adres van de topambtenaar waar zijn, stellen de congresleden, is Nederland vanwege de open grenzen de zwakste schakel in de bestrijding van mensenhandel en kindermisbruik in de EU.

Bekink ontkent dit, maar onafhankelijke rapporten wijzen er wel degelijk op. In november 2010 heeft het Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten van de Verenigde Naties (!) er zelfs bij ons land op aangedrongen de inspanningen bij het tegengaan van mensenhandel te verhogen, omdat Nederland tot onze schande geldt als een van de topbestemmingen en doorvoerlanden van slachtoffers. Je zou verwachten dat de ambassadeur uiteen zou zetten wat ons land sindsdien extra heeft gedaan, maar dat valt uit de brief niet op te maken.

De Amerikanen wijzen erop dat de strijd tegen kindermisbruik een gezamenlijke prioriteit is van de VS en de EU, en vragen aan Ehler (niet aan Bekink, die het niettemin nodig vond antwoord te geven) het onderwerp in het interparlementair overleg aan de orde stellen. Ook willen ze dat hun zorgen aan het Europees Parlement worden overgebracht. Naar de mening van Pitts, Wolf en Smith zijn maatregelen nodig om het risico weg te nemen dat één individu de internationale strijd tegen kindermisbruik zou kunnen ondermijnen. Het feit dat het stilzwijgen en ontkennen aanhoudt nu Demmink onlangs met pensioen is gegaan, zet daarbij te denken.

Het ongevraagde antwoord van de ambassadeur, waarin hij bovendien beweert dat grondig onderzoek is gedaan naar alle beschuldigingen tegen Demmink (terwijl de zeer serieuze aangiften niet eens in behandeling zijn genomen), en dat Demmink in de periode waarop de verkrachtingen zouden hebben plaatsgevonden helemaal niet in Turkije is geweest. Een opmerkelijke bewering, gezien de taken van Demmink waarvoor hij juist veelvuldig in Turkije geweest zou moeten zijn... en ook was, blijkens diverse documenten.

Niettemin schrijft Bekink: "The allegations against Mr. Demmink were thoroughly investigated by the Public Prosecution Service, in full accordance with the Dutch Criminal Code and Code of Criminal Procedure. The Public Prosecution Service decided that the accusations were unfounded. Furthermore, it established that Mr. Demmink was not in Turkey in the period in question. Decisions not to prosecute were upheld by the court of appeal."

De inhoud van de brief is overigens op de Amerikaanse website ArrestDemmink.com op krachtige wijze met de grond gelijk gemaakt. De ambassadeur wordt op 10 punten met goed gedocumenteerde argumenten om de oren geslagen.

De brief van de ambassadeur is de beide CDA-Kamerleden dan ook blijkbaar in het verkeerde keelgat geschoten, want op 5 november 2012 hebben zij schriftelijke Kamervragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie:

Vraag 1
Bent u bekend met de brief die ambassadeur Bekink op 17 augustus 2012 schreef aan de Amerikaanse afgevaardigde Joseph Pitts? Is er overleg geweest over de inhoud van de brief met het ministerie van Buitenlandse Zaken en/of het ministerie van Veiligheid en Justitie?

Vraag 2
Kunt u een kopie van de voornoemde brief aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 3
Deelt u volledig de inhoud van de brief en bent u hiervoor ministerieel verantwoordelijk?

Vraag 4
Kunt u de tekst van het statement dat de heer H.P. Schreienemacher op 4 oktober 2012 bij de hearing van de Amerikaanse Helsinki commissie in Washington maakte aan de Kamer doen toekomen? ( Een transcript van de integrale hoorzitting is overigens hier te vinden, red.)

Vraag 5
Bent u het volledig eens met dat statement?

Vraag 6
Kunt u de volledige brief- en mailwisseling tussen leden van het Amerikaanse congres en de Nederlandse ambassade in Washington inzake de beschuldigingen over pedofilie en de reactie van de Nederlandse overheid van de afgelopen maanden doen toekomen aan de Tweede Kamer?

Vraag 7
Is het waar dat ambassadeur Bekink in zijn brief van 17 augustus schrijft: «The allegations against Mr. Demmink were thoroughly investigated by the Public Prosecution Service, in full accordance with the Dutch Criminal Code and Code of Criminal Procedure»?
( dat is waar, want de brief is hier te lezen, red.)

Vraag 8
Welk diepgaand onderzoek heeft het Openbaar Ministerie gedaan naar de beschuldigingen en wat was daar de uitkomst van? Kunt u de onderzoeken en de resultaten doen toekomen aan de Kamer? ( Meer dan een flinterdun persbericht van het OM hebben we daarover niet kunnen vinden, red.)

Vraag 9
Welke juridische vorm nam dat onderzoek aan? Welke bijzondere opsporingsmiddelen zijn gebruikt bij die onderzoeken?

Vraag 10
Is het waar dat ambassadeur Bekink schrijft: «The prosecution service ... established that Mr. Demmink was not in Turkey in the period in question»?
( dat is ook waar, zie hier de brief, maar of het waar is dat Demmink niet in Turkije was valt ernstig te betwijfelen gezien dit overzicht van inreisdata)

Vraag 11
Kunt u aangeven welke periode bedoeld wordt met «period in question» en waar het Openbaar Ministerie die conclusie publiekelijk getrokken heeft?

Vraag 12
Is het waar dat de heer Demmink in de eerste helft van 1997 voorzitter was van de zogenaamde K4 troika?2 Wanneer begon en eindigde zijn voorzitterschap?

Vraag 13
Is het waar dat er in 1998 een bijeenkomst in Turkije was met K4 en EU Officials, op 9 en 10 maart in Istanbul en in Ankara? Wie waren daar vanuit de Nederlandse overheid uitgenodigd en wie waren aanwezig?
( Verslag bezoek Turkije van het K4 comité in 1998, en de samenstelling van dit gezelschap, laten er weinig twijfel over bestaan)

In een persbericht van de Bakker Schut Stichting wordt ook weer gewag gemaakt van Demminks aanwezigheid in Turkije: "Recent hebben zich hiervoor twee nieuwe Turkse getuigen gemeld. Eén van hen verklaart uit hoofde van zijn functie Demmink te hebben ontmoet ter gelegenheid van het K4 bezoek aan Ankara in 1998. Een tweede getuige heeft verklaard hem persoonlijk te hebben ontmoet tijdens een Interpol-vergadering in Antalya in 1996."

‹‹ Naar het overzicht

Reageer


 

Laatste reacties

Volg de Demminkdoofpot via RSS

De laatste Demmink tweets