Getreuzel Opstelten met beantwoording vragen over Demmink

31-01-2013

Tweede-Kamerleden Omtzigt en Oskam (CDA) stelden op 10 januari, niet voor het eerst, Kamervragen die verband houden met de Demmink-zaak. Na een onbevredigend antwoord op eerdere vragen moeten ze dit keer langer wachten dan gebruikelijk is. Minister Opstelten heeft per brief laten weten dat hij meer tijd nodig heeft om vragen over de "vermeende mensenrechtenschendingen in Turkije en Nederland" te beantwoorden. Het blijft sowieso een vreemd idee dat de brief komt van het bureau van de Secretaris-Generaal van Justitie: de opvolger dus van Demmink, die zoals verwacht nog geen enkele indicatie heeft gegeven dat hij schoon schip wil maken met de beerput die zijn voorganger voor hem heeft achtergelaten.

De vragen van Omtzigt en Oskam waren gericht aan de minister van Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken, naar aanleiding van resolutie 838 van het Huis van Afgevaardigden in de Verenigde Staten. Daarin wordt melding gemaakt van de beschuldigingen tegen Demmink, die zich in de jaren negentig in Turkije schuldig zou hebben gemaakt aan het verkrachten van jonge jongens. Twee van hen proberen nu als volwassenen aangifte tegen Demmink te doen maar ondervinden daarbij ernstige tegenwerking.

In elkaar geslagen
De resolutie roept op om het Internationale Hof van Justitie uit Den Haag weg te halen, omdat Nederland weigert serieus onderzoek naar deze beschuldigingen te doen. Volgens advocate Adèle van der Plas van de twee Turkse mannen lukt het hen niet hun aangifte tegen Demmink door Justitie hier in behandeling te laten nemen. Zij zijn bovendien bedreigd, nadat eerder was geprobeerd hen om te kopen om hun beschuldigingen in te trekken. De Turkse journalist Burhan Kazmali, die de kwestie onderzoekt, is zelfs onlangs op straat in elkaar geslagen. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) heeft het inmiddels voor hem opgenomen.

Serieus onderzoek
Via de Kamervragen willen Omtzigt en Oskam te weten komen of de beschuldigingen van de resolutie kloppen. Ook willen ze van Opstelten weten welk "serieus onderzoek" de Turkse en Nederlandse autoriteiten doen "naar elke beschuldiging waarvan niet onmiddellijk duidelijk is of hij klopt of niet? Op welke wijze vindt dat onderzoek plaats en worden getuigen gehoord?" De Nederlandse regering heeft eerder beweerd dat de beschuldigingen jegens Demmink "diepgaand" zijn onderzocht. Daar is echter niets van gebleken.

Uit de brief van Opstelten blijkt dat de vragen "niet binnen de gebruikelijke termijn" kunnen worden beantwoord, aldus Opstelten, "aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is."

‹‹ Naar het overzicht

Reageer